Spier-vetverhouding: een belangrijke voorspeller van cognitieve veroudering

18

Nieuw onderzoek wijst op een cruciaal verband tussen de lichaamssamenstelling – met name de verhouding tussen spiermassa en visceraal vet – en de snelheid van cognitieve achteruitgang. Uit een onderzoek gepresenteerd door de Radiological Society of North America is gebleken dat personen met een hogere spiermassa in vergelijking met diep buikvet hersenstructuren vertonen die op beeldscans meetbaar jonger lijken.

De onderzoeksresultaten

Onderzoekers onderzochten ruim 1.100 gezonde volwassenen (gemiddelde leeftijd 55 jaar) met behulp van geavanceerde MRI-scans en AI-algoritmen om het totale spiervolume, visceraal vet (vet rond de inwendige organen) en onderhuids vet (vet onder de huid) te kwantificeren. De resultaten waren opvallend: deelnemers met een hogere verhouding spier-visceraal vet vertoonden consequent jonger ogende hersenen. Omgekeerd hadden degenen met meer visceraal vet in verhouding tot de spiermassa hersenen die biologisch ouder leken dan hun chronologische leeftijd. Opmerkelijk genoeg vertoonde onderhuids vet geen verband met hersenveroudering.

Waarom dit belangrijk is

Het verband tussen lichaamssamenstelling en de gezondheid van de hersenen is geworteld in de biologie. Visceraal vet is niet inert; het is een actief endocrien orgaan dat ontstekingsstoffen in de bloedbaan afgeeft. Deze stoffen veroorzaken systemische ontstekingen, beïnvloeden organen, waaronder de hersenen, en versnellen de cognitieve achteruitgang. Spierweefsel daarentegen maakt myokines vrij – verbindingen met ontstekingsremmende en neuroprotectieve effecten.

De sleutel is niet simpelweg het verminderen van vet, maar het optimaliseren van de lichaamssamenstelling om spiergroei te bevorderen in plaats van ophoping van visceraal vet.

Implicaties voor gezondheid en gewichtsverlies

Deze bevindingen hebben verschillende belangrijke implicaties:

  • Krachttraining: Het opbouwen van spieren wordt nu gezien als een directe manier om de cognitieve functie te beschermen.
  • GLP-1-medicijnen: Populaire medicijnen voor gewichtsverlies kunnen het totale vetgehalte verminderen, maar kunnen ook spierverlies veroorzaken. Dit zou een aantal voordelen voor de hersengezondheid teniet kunnen doen.
  • Therapeutische benaderingen: Toekomstige behandelingen kunnen zich specifiek richten op visceraal vet, terwijl de spieren behouden blijven of zelfs worden opgebouwd.

Het eindresultaat

De verhouding tussen spier- en visceraal vet is een krachtige voorspeller van cognitieve veroudering. Levensstijlkeuzes – krachttraining, gerichte voeding en strategisch gebruik van interventies voor gewichtsverlies – kunnen een directe invloed hebben op de gezondheid van de hersenen. Dit onderzoek versterkt het idee dat fysieke fitheid niet alleen over uiterlijk gaat; het is een investering in cognitieve veerkracht op de lange termijn.