Nieuw onderzoek bevestigt wat velen al vermoedden: microplastics stapelen zich op in het placentaweefsel tijdens de vroege zwangerschap, en deze ophoping kan een factor zijn die bijdraagt aan onverklaarde miskramen. De onlangs gepubliceerde studie onderzocht placentamonsters van vrouwen in hun eerste trimester, waaruit bleek dat elk afzonderlijk monster microplastics bevatte, waarbij hogere concentraties werden aangetroffen bij vrouwen die een zwangerschapsverlies hadden ervaren.
De bevindingen van het onderzoek: een duidelijke correlatie
Onderzoekers analyseerden chorionvlokken – het weefsel dat de vroege placenta vormt – van 31 vrouwen: 18 die een miskraam kregen en 13 met een normale zwangerschap (afgebroken om persoonlijke redenen). Met behulp van een zeer gevoelige detectiemethode, pyrolyse-gaschromatografie/massaspectrometrie genaamd, identificeerden ze in alle monsters elf verschillende soorten microplastics.
De belangrijkste bevinding? Vrouwen die een miskraam hadden gehad, hadden significant hogere niveaus van microplastics in hun placentaweefsel – gemiddeld 273 microgram per gram, vergeleken met 226 microgram in de controlegroep. Dit verschil is statistisch significant en suggereert een verband dat verder gaat dan louter toeval. Het meest voorkomende plastictype was polyvinylchloride (PVC), dat meer dan de helft van het gedetecteerde totaal uitmaakte.
Waarom dit ertoe doet: een groeiende crisis in de reproductieve gezondheid
De aanwezigheid van microplastics in de placenta is alarmerend omdat milieuvervuiling rechtstreeks in verband wordt gebracht met een van de meest kwetsbare stadia van de menselijke ontwikkeling. Jarenlang hebben onverklaarbare miskramen medische professionals verbijsterd. Dit onderzoek suggereert dat milieutoxines, met name microplastics, een ontbrekend stukje van de puzzel kunnen zijn. De ophoping van plastics lijkt ook toe te nemen met de leeftijd, wat mogelijk verklaart waarom oudere vrouwen te maken krijgen met hogere miskramen.
Bronnen van blootstellings- en mitigatiestrategieën
De studie identificeerde verschillende belangrijke bronnen van blootstelling aan microplastic. Flessenwaterconsumptie correleerde met hogere niveaus van polyethyleen (PE), terwijl frequente inname van zeevruchten verband hield met meerdere soorten plastic. Dit versterkt het feit dat de plasticvervuiling zelfs in de meest afgelegen delen van ons milieu is doorgedrongen.
Hoewel correlatie niet gelijk staat aan causaliteit, suggereren de bevindingen praktische stappen om de blootstelling te verminderen:
- Geef voorrang aan gefilterd kraanwater boven flessenwater.
- Kies kleinere vissen met een lagere voedselketen (sardines, ansjovis) boven grotere roofzuchtige soorten.
- Bewaar voedsel in glazen of roestvrijstalen containers in plaats van in plastic, vooral tijdens het verwarmen.
- Verminder afhaalmaaltijden en verpakte voedingsmiddelen.
Het eindresultaat
Deze studie levert cruciaal bewijs dat microplasticvervuiling mogelijk bijdraagt aan onverklaarbare miskramen. Hoewel er meer onderzoek nodig is om de causaliteit te bevestigen, onderstrepen de bevindingen de dringende noodzaak om de plasticvervuiling in ons milieu aan te pakken en de reproductieve gezondheid te beschermen. Dit is niet alleen een milieuprobleem; het is een menselijke gezondheidscrisis die zich in realtime afspeelt.
































